De wondere wereld van het glazuur

Glazuren is een hele mooie manier om beelden af te werken. Het glazuur breng je aan op een gebakken beeld. Na het aanbrengen moet het beeld nog een keer gebakken worden en dan pas zie je de echte kleur van het glazuur. Het verschil van de kleur voor het na het bakken kan heel groot zijn. Het is dus altijd spannend hoe het beeld uiteindelijk eruit komt. Hier zie je een beeld van mij voor (rood) en na (zwart) het glazuren.

Een aantal praktische tips:

• Voor het glazuren is het aan te raden het beeld met een plantenspuit wat vochtig te maken.
• Pas op dat de glazuur niet gaat ‘druppelen’. Dus nooit te dik glazuren. Let hierbij vooral op overhellende gedeeltes.
• Meestal geldt de regel bij felle kleuren drie keer glazuren, anders is twee keer voldoende.
• Is de glazuur niet mooi geworden? Je kan altijd weer een nieuwe laag glazuur opbrengen bij je beeld en het opnieuw laten bakken.
• Bij meerdere soorten glazuren op een beeld moet je kijken of de bak-temperaturen wel hetzelfde zijn. Steengoed glazuren bakken vaak op 1220 graden. Terwijl bijvoorbeeld de Bots glimmer glazuur (een favoriet van mij) al op 900 graden gebakken kan worden. Soms kan een glazuur niet tegen te hoge temperaturen. Bak je op een te lage temperatuur dan werkt het glazuur niet. De Bots glimmer wordt toevallig wel weer heel mooi op 1220 graden.
• Mors je glazuur op een beeld tijdens het glazuren dan kun je dit met een kleine natte spons of doekje verwijderen.
• Je kan glazuren door elkaar mengen om weer nieuwe kleuren te krijgen.
• Zorg ervoor dat er geen kleine gaatjes in de glazuur komen, dit worden na het bakken kleine stukjes zonder glazuur. Zie je deze kleine gaatjes ontstaan dan kun je ze met je vinger dichten. Je smeert als het ware de glazuur in gat.